19/10/2020
“Wat kan ik nog geloven”. Er is in de maatschappij een crisis van de waarheid. Evenementen worden doorgaans veel meer als betrouwbaar en geloofwaardig ontvangen. Het directe karakter van deze vorm van communicatie speelt hierbij een grote rol. Het bijplaatsen van stralende masten bij een amusementsprogramma bewijst opnieuw dat de waarheid onder druk staat. Ook via corona-proof online events is het perfect mogelijk om geloofwaardig te communiceren. Wel is het enorm belangrijk dat elke deelnemer op elk moment weet in wel register de boodschap zit: feit of fictie. En dat is de reden waarom zeker een online event goed moet georganiseerd worden om de boodschap te doen landen.
n de VS is men al lang het spoor bijster in de race naar de waarheid. Daar wordt deze geloofscrisis zelfs gevoed door het presidentiële etiket #fakenews. Op dezelfde manier worden bepaalde mediakanalen uit strategisch opportunisme in diskrediet gebracht onder de noemer ‘mainstream media’. Die gehypothekeerde waarde van de waarheid bepaalt allicht zelfs mee wie binnenkort de leiding krijgt over het machtigste land van de wereld. Boeiend… én gevaarlijk.
In vergelijking is het bijplaatsen van hoogspanningsmasten natuurlijk klein bier. Toch voedt ook dit dezelfde potgrond waarin de crisis van de waarheid snel kan groeien. Kunnen we nog wel geloven wat we horen of zien? Daarom is ook de onschuldige toevoeging van zend- of andere masten geen goed idee.
Ook voor evenementen dien je als organisator de lijn tussen feit en fictie streng te bewaken. Voor de deelnemer moet het altijd duidelijk zijn in welk register de boodschap zit: is dit informatie niet? Het is daarom meer dan ooit van belang om verhalen te vertellen op een manier die ze geloofwaardig maakt. Een goede organisatie en uitwerking van het (live) evenement is daarom van heel groot belang.
In die verschuiving schuilen zowel troeven als gevaren. De regels worden minder eenduidig, want elke organisatie vult binnen een bepaald kader de regels zelf in. Dat kan de communicatie zwakker maken. Anderzijds wordt de communicatie directer vanuit een organisatie die je beter kent en (vaak) meer vertrouwt. Het is nu de directrice van de lagere school die de regels zal communiceren en niet meer Lieven Boeve, je eigen baas in plaats van het VBO, de burgemeester van je gemeente en niet Sophie Wilmès, … En dat schept meer betrokkenheid en geeft meer motivatie om deze regels na te leven.
Het wordt belangrijk dat we bij deze switch zorgen dat de troeven het winnen van de gevaren, dat de grotere betrokkenheid het wint op de versnippering. De sleutel tot succes ligt nu in een inclusieve communicatie waarbij meer burgers ‘eigenaar’ worden van de communicatie.
Kinderen die opgroeien met internet kunnen maar best zo snel mogelijk over een gezonde dosis bronnenkritiek beschikken. In de enorme stortvloed aan informatie is het belangrijk om te weten dat wat je ziet of leest niet altijd de waarheid is, en de informatie meestal gekleurd wordt vanuit het medium dat de informatie verspreidt. Het gemak waarmee je tegenwoordig boodschappen de wereld kan insturen, maakt deze crisis van de waarheid enkel groter en het kritisch inschatten van bronnen nog veel moeilijker.
Ook oudere generaties verdrinken meer en meer in het moeras van media die allemaal hún waarheid proberen te slijten. De talloze complottheorieën rond corona geven dat onder meer aan. Mensen zijn op vlak van informatie en waarheid hun kompas kwijt. Vroeger had bijvoorbeeld de VRT het imago van ‘huis van vertrouwen’. Vandaag wordt ook deze instantie vanuit bepaalde hoek weggezet als ‘politiek correcte handpop van links’. Wat uiteindelijk de realiteit is, maak zelfs niet zoveel uit. Het is de ontvanger die voor zichzelf bepaalt wat de waarheid is, gebaseerd op wat hij rond zich allemaal opvangt. Hetzelfde nieuws van dezelfde bron is voor de ene persoon waarheid en voor de andere propaganda. Het verdwijnen van een algemeen aanvaard waarheidskompas zet langs alle kanten de deuren wagenwijd open om de realiteit te kleuren volgens eigen doctrine.
Het medium is misschien meer en meer de boodschap zelf, zoals mediafilosoof Marshall McLuhan het al in de jaren ’60 van vorige eeuw poneerde. Het medium is de ‘message’ en ook de ‘massage’: het medium dat de boodschap verspreidt bepaalt voor een groot deel de inhoud en het effect ervan.
Deze ‘crisis van de waarheid’ maakt het bijplaatsen van masten daarom ook problematisch. Het voedt nog meer het gevoel we voortdurend voorgelogen worden, dat elke boodschap een verborgen agenda heeft. Die achterdocht is er doorgaans veel minder bij events. Meestal is er een bepaalde concrete band tussen de boodschap(per) en de ontvanger die ervoor zorgt dat wat men op een event hoort meer als waarheid wordt aanvaard. Dat is een grote kracht van events. Wel is het daarom belangrijk dat we ook tijdens evenementen de lijn tussen feiten en fictie duidelijk trekken. Natuurlijk kunnen informatieve onderdelen en entertainment elkaar voortdurend afwisselen, op voorwaarde dat het voor iedereen duidelijk is in welk register we ons bevinden.